Classicisme: vormt een zucht naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden. De grote meesters van de renaissance zijn voorbeeld voor de classicisten. In Duitsland, België, Nederland en Scandinavië is ook de term Classicistische Barok voor deze periode in zwang. Het Palladianisme in Italië en de navolgers ervan in het Verenigd Koninkrijk worden dan wel en dan niet ertoe gerekend. De toevoeging Barok heeft te maken dat er in de stijl een verwantschap is met de Barok, al zetten de kunstenaars zich in zekere zin juist tegen het nieuwe frivole- dramatische af. De 17e-eeuwse architectuur van de Noordelijke Nederlanden wordt meestal aangeduid met Hollands classicisme. De tijdsperiode is niet zo scherp af te bakenen. Vaak wordt met classiscime geduid op het Neoclassiscisme in de Duitstalige landen en in Oost-Europa aan het eind van de 18e eeuw. De term neoclassicisme raakte pas halverwege de negentiende eeuw in zwang. Tot die tijd sprak men over de ‘ware stijl’. Deze benaming geeft de kijk op kunst weer. De meeste landen hanteren de term specifiek voor de periode tussen 1640 en 1720.
Mimesis Grieks: μίμησις, nabootsing. De nabootsing heeft voor enkele zintuigen gelijken op het origineel, maar niet voor alle. Mimesis weerspiegelt dus niet slaafs de bestaande werkelijkheid, ze schept een nieuwe werkelijkheid. Er is zoiets als een realiteit van de kunst en een realiteit van de buitenwereld. Een spiegelbeeld lijkt visueel punt voor punt op het origineel, maar je kunt het niet aanraken of horen. Een centaur is samengesteld uit twee getrouwe elementen van mens en dier, maar bestaat op zichzelf niet. Ook kan iets weergegeven lijken, maar ontbreekt het feitelijk als weergegeven. De weergave suggereert iets en de geest vult het aan. Kunstenaar Rob Scholte en designer Maarten Baas veranderen bestaand werk en maken dit zo tot hun eigen werk. Marlene Dumas werkt aan de hand van fotobeelden uit kranten en video’s. Deze beelden kopieert zij niet letterlijk, maar ze bewerkt ze, past ze aan en geeft er een heel eigen draai aan. Fotograaf Ed van der Elsken is altijd aanwezig in zijn foto’s. Vaak zet hij een situatie in scéne en wordt hij de regisseur van het verhaal. Jurgen Bey, Hella Jongerius, Studio Job, Alexander van Slobbe) maken allen een eigentijdse versie van de 17e eeuwse tulpenvaas en scheppen allen nieuwe werken. (Je kunst ze zien als vormen van aemulatio van Delfts aardewerk, wat op haar beurt weer een variatio is op Chinees porseleinen aardewerk). Aan elk van deze nabootsingen is meteen te zien dat het een nabootsing is. En dat onderscheidt de nabootsing van bedrog en trompe-l’oeil. Het tegenovergestelde van mimesis is diëgesis.
Nep en namaak of gewoon onderdeel van een creatief proces?
Kunstenaars kopieerden op hun reizen (delen van) kunstwerken die ze tegen kwamen en vulden daarmee hele modelboeken. Als ze dan een schilderij maakten, hadden ze genoeg voorbeelden bij de hand. In feite doe je dat zelf als student of leerling ook. Je legt bronnen vast in je dummy, noteert invallen die je krijgt door het kijken naar werk van anderen en bedenkt wat je daarmee kunt voor je eigen werk en werkwijze. Kunst is vaak gelaagd en kan op verschillende manieren worden bekeken en geïnterpreteerd.
Bij het denken over ‘wat is kunst’, is er vaak een tegenstrijdigheid tussen mimesis (nabootsing) en expressie/creatie.
Hoe wordt er omgegaan met de bronnen van inspiratie? Waarop ligt de nadruk: op mimesis of creatie? Hoe gebruiken kunstenaars elkaars werk of het werk van eerdere kunstenaars? Welke eigenschappen en / of kenmerken zijn overgenomen? Hoe zie je dat terug in de ‘nieuwe’ werken? In hoeverre heeft dit te maken met de tijd waarin het werk tot stand is gekomen / komt? Wanneer is het plagiaat? Wanneer nabootsing? Wanneer is er sprake van een origineel en een vorm van eigen invulling? Waarin zit dan die eigen invulling? Wanneer maken ingrepen van ‘opvolgers’ het werk meer bijzonder, meer ‘kunst’, meer waard? Of juist niet?
Eenzelfde kunstwerk in een hele andere context, kan de betekenis van een kunstwerk in hoge mate veranderen. Hoewel de vorm dan hetzelfde is, kunnen inhoud en functie wezenlijk veranderen. Eenzelfde gebruiksobject in plastic verpakking heeft een andere lading en functie dan datzelfde werk in brons.
Eenzelfde kunstwerk in een hele andere context, kan de betekenis van een kunstwerk in hoge mate veranderen. Hoewel de vorm dan hetzelfde is, kunnen inhoud en functie wezenlijk veranderen. Eenzelfde gebruiksobject in plastic verpakking heeft bijvoorbeeld een andere lading en functie dan datzelfde werk in bronskleurige klei of als glassculptuur.

Glasstress Venetië