Bij “Sleutelwerk” passen de volgende teksten:
Michelangelo’s. De illusionaire schilderkunst had zich in rap tempo ontwikkeld sinds Mantegna het eerste niet-echte dakraam had opengezet in de zoldering van een paleis in Mantua. Michelangelo paste omlijste openingen van datzelfde type toe, in een zelf ontworpen imaginaire klassieke architectuur. Zij verschaften de structuur voor een reeks voorstellingen van het Bijbelverhaal over het begin der tijden, aangekondigd door een stoet van profeten uit de joodse traditie en Sibillen uit de heidense. Uiteindelijk ontwikkelde hij weinig minder dan een geheel nieuwe mythologie, die glansde in heldere, onaardse kleuren. Toen Michelangelo in de serie ingepaste panelen de eerste momenten van het bestaan van de wereld naderde, werden zijn ontwerpen steeds stoutmoediger en de epische mogelijkheden steeds duidelijker. God die Adam schiep werd een kosmische analogie van de kunstenaar die zijn kunstwerk ontwerpt, en in deze ultieme uitbeelding van het vierde vers in de Bijbel (God scheidt licht en duisternis) schiep de creativiteit een beeld van zichzelf. Het bekendste fresco van de Sixtijnse kapel is de Schepping van Adam door God (Genesis 2:19). Volgens de Bijbel is de mens naar Gods gelijkenis en evenbeeld geschapen (Genesis 1:26-27). De schepper van het werk, Michelangelo, zag zijn eigen creatieve krachten als goddelijk. Niet alleen was hij blij met zijn bijnaam ‘De Goddelijke’ (Il Divino ), ook in veel van zijn sonnetten stelde hij de handeling van artistieke creatie gelijk met Gods schepping van de mens. In het midden bevindt zich het meest bekende onderdeel van het fresco: De Schepping, waarop te zien is hoe God Adam het leven geeft. De schilderijen zijn gebaseerd op Genesis.In feite kan men Michelangelo’s Schepping van Adam interpreteren als een metaforisch zelfportret waarin de aanraking van Gods hand vergelijkbaar is met de eigen creatieve en scheppende hand van de kunstenaar. Dit deel van het totale fresco is de bekendste van de gehele Sixtijnse kapel door de talrijke navolgingen en reproducties zoals die van de beeldhouwer Rodin en de schilder Caravaggio. De meeste mensen kennen het van posters, placemats, T-shirts of andere souvenirs.
Hoe hoog de gaven van Michelangelo ook werden ingeschat, zelfs een genie heeft zijn voorbeelden. Zo lijkt Adam bijna een spiegelbeeldige kopie van de Torso van Belvedere en zijn de ignudi op verschillende plekken van het plafond deels te herleiden tot de Laocoöngroep. Michelangelo, die in 1508 naar Rome was gelokt door de grote plannen van Julius, ontving een nieuwe stimulans in zijn artistieke ambities door de herontdekking van dat kunstwerk. Het humanisme gaf nieuwe impulsen aan de archeologie: een marmeren beeldhouwwerk dat in 1506 uit ruïnes in Rome was opgegraven, werd geïdentificeerd als de Laokoön, die vermeld stond bij de antieke schrijver Plinius als het grootste meesterwerk van de kunst der oudheid. Dit beeld laat de priester zien op het moment suprème van zijn doodsstrijd, zich losworstelend uit de steeds beklemmender wordende greep van de slang; al zijn spieren zijn aangespannen en zijn gezicht vertrekt van de pijn. Het zoontje van Laocoön, rechts van hem, lijkt zich reeds aan de dood te hebben overgegeven, terwijl de ander nog aan het slangenlijf probeert te ontsnappen – ondertussen vol afschuw kijkend naar wat er achter hem gebeurt. De contrasten druipen van het beeld af: mens en beest, leven en dood, ouderdom en jeugd. De Laocoöngroep, die gedateerd kan worden tussen de 1ste eeuw voor en de 1ste eeuw na Christus, past daarom precies bij zijn tijd: een klassiek mythologisch onderwerp wordt verbeeld in een technisch hoogstaand kunstwerk, waarin klassieke ingetogenheid plaats heeft gemaakt voor schaamteloze emotie.De halfgoden van deze nieuwe kunsthemel waren variaties op de kronkelende naakten van de Laokoön en staan sindsdien bekend als de ignudi.
Pontormo heeft een verticale interpretatie gemaakt van Rafaels Graflegging uit 1507. Pontormo heeft hier twee iconografische thema’s gecombineerd, namelijk een graflegging en een bewening. Toch is er geen kruis te bekennen. Het is een nieuwe variant van twee voorbeelden geworden. Vasari beschrijft het onrustige brein van Pontormo dat voortdurend nieuwe concepten en buitenissige manieren om verder te komen onderzoekt, nooit tevreden is en steeds weer verder zoekt naar oplossingen die niet voor de hand liggen. Zo kiest Pontormo voor heldere omlijningen zoals we die in De geboorte van Venus van Botticelli aantreffen in plaats van de charioscuro-modellering in werken van Leonardo en Giorgione. Een kloppende anatomie van de figuren verruilt hij ten bate van een dramatischer effect door de lichamen uit te rekken en te verdraaien. Samen met zijn heldere kleuren levert het een heel lucide beeld op met bijna onlichamelijke figuren. Het heeft de hedendaagse videokunstenaar Bill Viola geïnspireerd tot een eigen variatie op een ander werk van Pontormo namelijk De visitatie (1528-1529). Het werk van Bill Viola heet The Greeting (De Begroeting) en is een bewegende visitatie.
Rembrandt is zelf op het sleutelkunstwerk te zien, het is een zelfportret. Hij is op weg naar roem, rijkdom, grote opdrachten en artistiek prestige. Het sleutelwerk lijkt veel op Titiaans Portret van een man uit 1512. Rembrandt wilde de nieuwe Titiaan worden van zijn tijd. Gedurende de jaren vijftig van de zeventiende eeuw keerde het tij voor hem na ongeveer 26 zeer succesvolle jaren. Zijn artistieke keuzes voor eigenzinnige voorstellingen, minder detaillering, bredere penseelvoering en pasteuzer verfgebruik werden steeds minder gewaardeerd waardoor hij opdrachten misliep. Het was voor hem geen reden zich aan te passen. En juist de keuze voor de eigen artistieke ontwikkeling in plaats voor het geld sprak in de negentiende eeuw enorm aan. Het voldeed aan het romantisch idee van het onbegrepen eigenzinnige genie. Ook viel het samen met het cultureel nationalisme van negentiende eeuws Nederland. Rembrandt werd vereerd als de grootste schilder van de Gouden Eeuw. In artistiek opzicht werd Rembrandt door de (post) impressionisten bewonderd. Precies om de redenen waardoor hij 220 jaar eerder uit de gratie viel. Het Rijksmuseum toont ook nu nog Rembrandts beroemdste werk De Nachtwacht, als apotheose van de inmiddels wereldberoemde eregalerij.
Houdon werd in 1784 door Thomas Jefferson namens de Assemblee van de Staat Virginia gevraagd een standbeeld te maken van George Washington. Washington had immers als opperbevelhebber van de koloniale troepen met behulp van Frankrijk Engeland verslagen tijdens de Amerikaanse Revolutie. Washington stond voor het standbeeld zelf model voor Houdon. De Franse kunstenaar had hiervoor persoonlijk de reis naar Amerika ondernomen om Washingtons ‘ware gestalte door feitelijke ogenschouw en meting’ te bepalen. Houdon vervaardigde zo goed mogelijk naar de waarneming een kleimodel dat hij later in marmer zou uitvoeren. Het werd uiteindelijk een standbeeld ten voeten uit dat gepast werd geacht voor vorsten en staatslieden. Ook de kleding was daadwerkelijk uit de tijd waarop het beeld is gemaakt i.p.v. kleding uit de Klassieke Oudheid. Het kledingadvies van Houdon en Jefferson sloeg Washington daarmee in de wind. Washington volgde het voorbeeld van het schilderij van Benjamin West, De dood van generaal Wolfe (1770), waarvan hij wist dat het goed ontvangen was.
Paul Gauguin heeft mogelijk inspiratieoman Madame Chrysanthème van Pierre Loti geput. Hierin wordt verhaald over een jonge geisha die geplaagd wordt door nachtelijke angsten. Een visuele inspiratie van het sleutelkunstwerk zou de ets Allegorie kunnen zijn van Humbert de Superville uit 1801. Gauguin heeft zowel het verhaal van Loti als het voorbeeld van Humbert de Superville naar zijn eigen hand gezet.Gauguin heeft zijn werk tijdens zijn verblijf in Tahiti in verschillende schriftelijke bronnen besproken maar rept nergens over de ets noch het boek maar richt zich op de vormgeving, voorstelling en betekenis. In verschillende brieven aan zijn beschermheer Daniel Monfreid, vrouw en dochter besteedt hij aandacht aan de (muzikale) kleurenharmonie , de suggestie van de duisternis, de lijnvoering en de angst op het gezicht van het meisje. Ook gaat hij in op de symboliek zoals de bloemen en de geest op de achtergrond die beide naar de dood verwijzen. In de brief die hij aan zijn dochter schrijft verhaalt hij over het overkoepelende thema van het werk: de geest van het levende meisje en de geest va de Dood als oude vrouw. Of nog korter: als de Nacht en de Dag.
Manet wordt wel eens de eerste moderne kunstenaar genoemd. Achteraf wordt hij gezien als de beslissende kunstenaar die de revolutie van de kleurvlek heeft ontketend. Dat wil zeggen dat penseelstreken en kleurvlekken de primaire realiteit van de kunstenaar vormen en niet datgene wat erdoor wordt afgebeeld. Er blijkt dus een realiteit van de schilderkunst en een realiteit van de buitenwereld te zijn. Het schilderij is niet meer het venster op de werkelijkheid maar heeft een eigen werkelijkheid. Deze gedachte zou zich later tot de l’art pour l’art-theorie ontwikkelen. Maar ook op het gebied van voorstellingen zijn er maar weinig kunstenaars die zo invloedrijk zijn geweest. Zijn voorstellingen bevinden zich tussen allegorieën en alledaagse gebeurtenissen in. Of het nu Olympia betreft, Le dejeuner sur l’herbe of Folies Bergère, het zijn werken die in een lange kunsthistorische traditie staan, typerend zijn voor hun eigen tijd en inspirerend voor kunstenaars na hem als Yasumasa Morimura, Rob Scholte en Jeff Wall. Zijn eigen voorbeelden waren o.a. Giorgione, Titiaan, Frans Hals, Diego Velázquez, en Gustave Courbet.
Marcel Duchamp Deze ready-made kan beschouwd worden als een imitatie van de Mona Lisa (1503-1506) door Leonardo da Vinci. Een ready–made is immers al eens gemaakt. Oorspronkelijk was de Mona Lisa een portret van Lisa del Giocondo en was geschilderd ter gelegenheid van de geboorte van haar zoon Andrea en de intrek in haar nieuwe huis.
Duchamp heeft een imitatie van het portret voorzien van een snor, een baardje en de letters L.H.O.O.Q. Een Franstalige lezing van de letters leveren een zin op die haar seksuele onrust beschrijft. Over mannelijke gezichtsbeharing van Lisa del Giocondo is niets bekend, noch over haar promiscue gedrag. Duchamp heeft geen gelijkend portret willen maken. Duchamp wist dat dit beeld stond voor hoge kunst, tijdloze goede smaak en schoonheid. Door een herkenbaar tegenbeeld als L.H.O.O.Q. te maken geeft hij commentaar op dat idee. Ook heeft hij niet de bedoeling gehad Lisa del Giocondo of het werk van Da Vinci belachelijk te maken door letterlijk en figuurlijk variaties aan te brengen op de kopie van het origineel. Wat hij wel op de hak wilde nemen is het idee waar het wereldberoemde schilderij vlak na WOI voor stond: de ultieme belichaming van tijdloze goede smaak en schoonheid. Het feit dat hij voor deze parodie een ansichtkaart gebruikte draagt bij aan zijn statement. Ironisch genoeg hangt het werk zelf nu in het Louvre van de moderne Franse kunst, het Centre Pompidou, en is op zijn beurt een icoon geworden van de beeldende kunst tijdens het interbellum.
Duchamp had oog voor de sturende werking van de omgeving op de manier waarop we naar kunst kijken. Hij wist dat de beschouwer in een museum anders naar een sneeuwschop, flessenrek of een urinoir kijkt dan daarbuiten. Binnen het museum worden gewone objecten kunstobjecten. Dit gaat eigenlijk voorbij de imitatie. Door enkel objecten te verplaatsen worden het weer originelen. Originele Duchamps, want hij signeerde en dateerde de objecten wel als echte kunstwerken. Duchamp laat de beschouwer zichzelf betrappen op meestal geïmiteerde – in plaats van – eigen doordachte denkbeelden over kunst.
Nolde schilderde geen etnische documenten van inheemsen tijdens zijn vele reizen in het buitenland waaronder Rusland, Japan, Palau, de Admiraliteitseilanden en Nieuw-Guinea. Het doel van Nolde was evenmin het pure van de toenmalige primitieve wereld op het doek weer te geven. Het primitivisme en het pure is gelegen in termen van de emoties van de kunstenaar zelf: Nolde liet zich inspireren door de beeldende kwaliteiten, de mystiek, de sensuele, bevrijdende schildershandeling en eerlijke houding ten aanzien van de onderwerpen. De maskers en hoofden die Nolde op zijn reizen had gezien vormden de beeldende grondstof voor zijn expressieve doeken. Hij zag in de inheemse kunst een bevestiging van zijn eigen weerstand tegen het academisme. Hij was er dan ook op tegen dat inheemse kunst geëxposeerd zou worden als wetenschappelijke antropologische artefacten.
Nolde past met zijn werk in de modernistische zoektocht naar een universele stijl. Deze stijl moest uitstijgen boven lokale, etnische, of populaire stijlen. Hij deed dat door door primitieve motieven te verwerken tot een vormgeving die aansloot bij de formalistische en expressionistische en dus westerse uitgangspunten.
Malevich had voor de nieuwe schilderkunst in Rusland de naam suprematisme bedacht, omdat dit heerschappij betekent van het zuivere gevoel, ontstegen aan de natuur, de mensen en de voorwerpen. Malevich liet er geen onduidelijkheid over bestaan: geen enkele kunstuiting zou het suprematisme kunnen overtreffen. Het wit in Zwart Vierkant staat voor het ‘niets’, het ‘oneindige’, ‘de witte kosmische ruimte’. Het zwarte vierkant was niets minder dan een venster op die oneindige ruimte, een overgang van de tastbare wereld naar het immateriële. Volgens Malevich was het zwarte vlak ‘Gods aangezicht’ maar ook ‘de kiem van al het mogelijke’. Zwart Vierkant behoort tot één van de eerste totaal abstracte schilderijen binnen de westerse kunstgeschiedenis. Kunstenaars binnen de stromingen als abstract expressionisme, geometrische kunst, conceptuele kunst, minimal art, de Nul-groep en de fundamentele schilderkunst zijn door dit werk als belangrijkste representant van het suprematisme beïnvloed.
Prince fotografeert o.a. reclamefoto’s die op straat zijn te zien. Zoals de Marlboroman. Deze cowboy is gelijk herkenbaar maar de letters van het sigarettenmerk ontbreken. Er is nog een verschil: de foto’s van Prince worden voor veel geld verkocht en hangen in belangrijke musea. En het was ook in het museum waar Krantz, de maker van originele Marlboroman-reclamefoto’s, het werk voor het eerst zag: ‘Net als iedereen die zijn eigen werk kent is het alsof je jezelf in de spiegel ziet.’ Hij wist niet of hij trots moest zijn of dat hij voor gek stond. Als het echte kunstwerk in het museum een kopie was, wat was dan het echte kunstwerk? Prince zegt hierover: ‘Niemand keek. Dit was een beroemde reclamecampagne. Als je iets wil stelen, weet je, dan ga je naar de bank.’ Een heel diepe gedachte geeft de kunstenaar dus niet prijs. Toch zijn het vooral filosofen en theoretici die in zijn werk een eigentijdse bewerking van de ready made zien. Evenals de ready mades van Duchamp met zijn urinoir (1917) en de Brillodoos (1964) van Warhol nodigt dit werk opnieuw uit tot het antwoord op de vraag wat kunst nou (anno 1989) is.
Marden reageert met zijn abstracte D’après la Marquise de la Solana op Goya’s figuratieve portret De gravin van Carpio, Marquesa de la Solana. Hij beschreef Goya’s schilderij als ‘een portret van een strenge vrouw in een indrukwekkend landschap op bevallige voeten met een grote roze strik in het haar.’ In zijn vertaling van het werk Mheeft hij de kleurcombinaties gebaseerd op het subtiele palet van de Spaanse meester. Hij gebruikt olijfgroen, taupe en theeroosroze om de huid en kleding van de markiezin tot uitdrukking te brengen. Zijn vertaling is er ook een van figuratie naar abstractie. In lijn met Manet gaat Marden uit van de eigen realiteit van het schilderij en dat is vlak. Marden is er een voorstander van wat hij noemt de integriteit van het beeldvlak te behouden. Hij wil het oppervlak van het vlak strak te trekken. Brice Marden legt geregeld relaties tussen zijn kunst en de westerse en oosterse, oude en nieuwe kunstgeschiedenis. Hij gebruikt andere kunstwerken als vertrekpunten voor zijn eigen beeldend werk en verweeft zowel esthetische eigenschappen en kunsthistorische thema’s tot een veelal abstract oeuvre.
Andy Warhol was kunstenaar, reclameman, mediafenomeen, auteur, regisseur, zakenman, designer, muziekproducent, presentator maar vooral Andy Warhol. Hij was het logo van zijn eigen show, omringd door zijn entourage van superstars. Warhol heeft een enorme invloed gehad op de vervaging tussen hoge en lage kunst. Voor wie hem beter wenste te kennen verwees hij naar zijn doeken: wat je ziet is wat je krijgt, er zit niets achter de oppervlakte. Warhol kon weliswaar de verlangens als hebzucht, status en schoonheid van anderen als geen ander manipuleren maar gaf niets prijs van zichzelf. Zelfs als Warhol over zichzelf schreef deed hij dat door de ogen van anderen. Een blik op zijn zelfbeeld gaf hij niet, ook niet met een zelfportret. Hij schreef hierover ‘Als een spiegel in een spiegel kijkt, wat is er dan te zien?’
Op het sleutelkunstwerk heeft Warhol zijn bleke gelaat en pruik letterlijk als canvas gebruikt voor de projectie van zijn omgeving. Het sleutelkunstwerk is enkele maanden voor het einde van zijn leven gemaakt en vertelt ons dat hij is wat de beschouwer op hem projecteert.
concept syllabus 2018 met voorbeeldvragen en uitwerkingen