Transfer, DOE – DENK

Variant ‘crealtechniek’:

  • Medium: breng een medium aan op de drager en op de afbeelding (de goede kant).

Dat kan creallvernis of een gel zijn, maar je kunt ook experimenteren met behanglijm, muurverwerkingsmaterialen, gesso, …. De drager en het object ook worden ingespoten met goedkope haarlak. Die breng je dan aan op de goede kant van de afbeelding. Het object mag dan niet te groot zijn.

In plaats van een medium op papier kun je er ook voor kiezen om de transfer aan te brengen op textiel (bijvoorbeeld katoenen tas), hout of schilderscanvas.

Experimenteer.

Je kunt bijvoorbeeld in het medium wat druppels waterverf of ecoline aanbrengen  of werken met oliekrijt(met een kwast of gewoon met je vingers).

Of textuur aanbrengen door de ondergrond te sjabloneren. Daar kun je van alles voor gebruiken, zoals stukjes kippengaas als raster of blaadjes van de boom of spaar vormen uit in een overheadvel (of ander waterbestendig materiaal ). (Je kunt de vorm er makkelijker heel uitkrijgen als je het vel over het midden van de vorm dubbelvouwt en vanaf de vouwzijde de vorm knipt.  Vorm inkleuren, tamponneren met textielverf. Droog, geen water gebruiken want dan gaan de kleuren doorlopen, tenzij dat de bedoeling is..Leg onder het textiel wat kranten).

Of je kunt textiel eerst  verven met tye dye techniek (aanbrengen van kaarsvet = batikkenen / of afbinden en / of tape aanbrengen waar je niet wilt dat de verf pakt).

Transfers in transfer. Maak een proefjesbord en schrijf erbij wat ‘jouw recept’ is geweest. De techniek die je hebt gebruikt, hoe de activiteit is opgebouwd. Je kunt ook eerst een collage maken van afbeeldingen en die dan in zijn geheel tranfereren. Dat geeft wel een vlakker effect.

  • Afbeeldingen: je kunt werken met papieren inktjet afbeeldingen of met een fotokopie op ‘ouderwetse’ sheetvellen. Ga op zoek naar afbeeldingen. Het beste werkt het wanneer de over te brengen afbeelding scherpe contrasten in zich heeft.

Door de plekken goed te markeren (!!!!) kun je voorzichtig een transfer aanbrengen in een transfer. Zoals je ook in een linosnede in meerdere lagen kunt werken.

De fotozijde breng je in het medium. Druk goed aan eventueel met overtrekpapier ertussen zodat je iets meer kracht kunt zetten en de luchtbellen eruit kunt wrijven. Je kunt ook een rollertje gebruiken om ze zo als het ware aan elkaar te walsen.  Laat intrekken tot het medium goed is ingedroogd. Afhankelijk van de dikte varieert dat van enkele minuten tot eerder een veelvoud daarvan. Bij dik papier, stof of hout het medium úren (tot een dag) laten intrekken.

Besproei de achterkant met water of dep met een vochtige spons en trek voorzichtig vanuit de punten de opperste laag van het papier. Of rol heel voorzichtig met je vingers de bovenlaag van het papier af totdat de afbeelding duidelijk te zien is op de drager. Let er goed op dat je het papier niet beweegt tijdens het eraf wrijven. Wrijf niet te lang op dezelfde plaats! De afbeelding blijft achter op het medium van de drager. Blijft er een (witte) waas achter dan kan het eventueel heel voorzichtig worden afgenomen met een licht vochtige doek.

Je kunt ook het papier waar de afdruk op komt nat maken. De transfer erop leggen en de achterkant heel voorzichtig eraf wrijven. Het effect lijkt onderdeel te worden van het papier of doek.

  • De afbeelding kun je desgewenst afwerken met oliekrijt, ecoline, wasco, plakkaatverf maar slechts een klein beetje verdunnen, watervaste zijdeverf, watervaste stift, gewone stift, kleurpotlood… Wat niet?
  • Het geheel afwerken met vernis (niet te nat werken, dan loopt alles door elkaar. Of afspuiten met haarlak. Of textiel fixeren met strijkbout (met oude thedoek ertussen en niet te heet.

Nodig: overheadsheets, inkjetafbeeldingen, medium, drager, water en bakje of plantenspuit .

Werkmap en werkstukken in orde?

Deze slideshow vereist JavaScript.

Variant Ebru=techniek: marmeren

@Kunstschakel